Tonja Schot 1988
dochter B.D. Schot ZZ4
25 jaar geleden, toen ik 20 jaar was, ging ik op een vrijdagavond nog een biertje doen in de Banjaard op de Kaoie, waar ik woonde. Daar zat ik aan de bar met Leon Praet en Wim Schot, alias de Krukel. Die zeiden: ‘Joh, Tonja, mun woue eigenlijk de Zierikzeese mosselfeesten wee mah es nieuw leven inblaeze…’
Vroeger was dat een heel groot en jaarlijks feest in Zierikzee maar na de afsluitingsplannen van de Oosterschelde en de komst van de kering, was de lol er wel af en is dat in het slop geraakt. Goed, zij stelden voor…
“Als jij nou es de Prinses wou zijn…”
“Mun geven je 1000 gulden en dan zie je mar. Koop maar een leuke jurk en doe wat aan je haar en dienk tur om tegen niemand zegge.”
Dus zo ging het. Ik kreeg die 1000 gulden en zei het tegen niemand. Ik had ook verder geen idee.
In die tijd was ik best wel een beetje alternatief en ik dacht: “Ik laat daar in elk geval m’n haar van verven.” Met een nichtje samen ben ik naar Rotterdam gegaan en daar heb ik bij Laura Ashley een jurk gekocht, prachtig ding met een zwart fluwelen lijfje en een rok, die zeeblauw/groen was, tot net over mijn knieën en daarover een fluwelen jasje. Dat kostte 650 gulden. Goedkope schoenen bij de Bata, want zulke sjieke schoenen zou ik toch nooit meer dragen. Toen nog bij de juwelier langs. Ik dacht: ‘Ik moet toch iets met mossels hebben eigenlijk.’ Ik heb er 7 zilveren mosseltjes tot een hanger laten maken, kettinkje erbij, klaar. Mijn haar laten verven en een slag erin laten zetten en toen had ik nog 100 gulden over wat ik terug heb gegeven… Daar zouden we dan later nog wel eens een feestje van bouwen.
Op de dag zelf verscheen ik op de opening en mijn vader en moeder wisten niet wat ze zagen! De tranen sprongen in hun ogen, dat herinner ik me nog goed. Een prachtig moment… Ik moest een speech houden en reed vervolgens met, ik dacht, Tonnie Simmers in een karretje een ereronde door de stad. Toen ik over de Kaoie kwam, stond daar de vrouw die de laatste Mosselprinses was geweest, al die jaren terug… mevrouw Marie (Schot)- Rentier. Een half uurtje later kwam ze naar me toe met een prachtig klein handboeket. Ze zei: ‘Hier, een Mosselprinses moet wel bloemen in haar hand hebben…’ Het was een geweldige dag, echt geweldig. Het varen natuurlijk, het ophalen van Neptunus, de champagne bij het overhandigen van de 1e mossels en al die boten, prachtig versierd, die begonnen te toeteren. Wat een feest!
Het was de 1e keer weer na zoveel jaren en het was heel intiem. Allemaal eigen volk, zal ik maar zeggen. Echt een super leuke sfeer. Het weer kan ik me niet meer herinneren, volgens mij gewoon mooi. ‘s Avonds heb ik gedanst met Neptunus en wie dat was, weet ik niet meer. Ik denk gewoon Neptunus…
Achteraf is er best wat kritiek geweest op mijn outfit. Ik had geen kroon bijv. en ik had geen sjerp, en mijn jurk was niet lang. Maar ja, wisten wij veel. Leon en de Krukel hadden daar geen idee van en ik ook niet. Voor het jaar daarna was het in elk geval duidelijk dat het een groot succes was geweest en dat dit het begin was van een terug in het leven brengen van een oude mooie traditie, de Zierikzeese mosselfeesten.
Er is toen een draaiboek opgesteld en ook wat de aankleding van de Mosselprinses betreft zijn richtlijnen opgesteld. Er werd een kroontje aangeschaft en een sjerp en dergelijke. Maar… ik kijk nog steeds met ongelooflijk veel plezier terug naar die dag.
Een hele eer uiteindelijk om DE PRINSES VAN DE KAOIE te mogen zijn.